De uienvlieg is het belangrijkste schadelijk insect in de uien. Er zijn twee tot drie generaties per jaar in de periode mei-september. In het Zuidwesten van Frankrijk zijn er 4 of 5 generaties die elkaar overlappen, ten noorden van de Loire komen gewoonlijk 2 generaties voor.
Een volwassen vlieg is 6 tot 7 mm lang, is geelachtig grijs met 5 donkere repen op de borst, geelachtige vleugels, en heeft zwarte poten en antennes. Deze vlieg lijkt bijzonder goed op de huisvlieg, Musca domestica L. (Diptera, Muscidae).
De uienvlieg overwintert als pop in de grond. In het voorjaar komen de vliegen uit de grond op plaatsen waar het vorige jaar uien stonden. Ze zoeken dan de uievelden in de buurt op en leggen hun eitjes bij de jonge planten. De maden eten de ondergrondse delen van de uienplant op met wegval tot gevolg.
De ernstigste schade is te wijten aan de 1ste generatie die zich over een zeer lange periode ten gevolge van de levensduur van de wijfjes uitstrekt. Zij komen vooral voor op de zaailingen van ui en van prei. Op de jonge zaai-uien is de schade zeer ernstig: de planten verbleken vallen om en sterven daarna af. Een larve kan verschillende zaadkiemen achtereenvolgens aanvallen. Als de plant meer ontwikkeld is, verkleurt zij, vooral in warme perioden.
Latere aanvallen van de vlieg doet de ui rotten, dat wordt dikwijls enkel zichtbaar bij het wieden, deze rotting trekt dan op zijn beurt weer nieuwe vliegen aan.
Op pas geplantte preien, komen de aanvallen van de uienvlieg tot uiting doordat de prei vergeelt en verbleekt waardoor de zaailingen zullen rotten.