Abrikoos

Prunus armeniaca

De abrikoos Prunus armeniaca is een populaire steenvrucht die afkomstig is uit West-Azië met name Noordoost-China, uit warme streken dus. Toch is het heel goed mogelijk om hier bij ons ook abrikozen te telen, als u hem maar een beschut plekje kunt geven ergens in de zon. Abrikozen kunnen uiteraard ook in een kas worden geteeld, Daar staat hij dan zeker goed beschut.

De abrikoos kan wel 10 meter hoog worden als u hem vrij laat groeien. De boom bloeit heel vroeg in de lente al in maart, waardoor kans op nachtvorst schade kan optreden. De meestal alleen staande bloesems hebben overwegend een witte of licht roze kleur.

Sommige rassen zijn zelfbestuivend en kunnen dus als solitaire boom worden aangeplant. Maar als u meerdere rassen bijeen plant, is de kans op bevruchting beter.

Je kunt de abrikoos vrij laten opgroeien als boom, of hem snoeien tot struik of leiboom.

Humusrijke grond die niet te zuur en te nat is, kan uitstekend dienen om abrikozen op te laten groeien. Op droge zandgrond of zware kleigrond kunt u beter geen abrikozen telen, want dat zal met weinig succes verlopen.

Op humusarme grond spit u voor het planten zo'n 5 à 10 kg oude stalmest of goed verteerde compost onder. Bij de meeste gronden moet u terzelfdertijd ook wat kalk toevoegen, ± 200 gram per vierkante meter.

Plant in oktober-november of februari uw abrikozeboompje. Zorg er voor dat de grond twee tot drie steken diep is los gewerkt. Meng in het plantgat eventueel kalk en organische mest. Plant uw boom ook niet dieper dan hij op de kwekerij heeft gestaan. Steek dus enkel het donkere gedeelte van de stam onder de grond, zo blijft de entplaats (te herkennen aan de knobbel op de stam) zeker boven de grond. Als u de boom langs een muur wilt leiden, houd dan een afstand van 15 cm tot de muur aan. Na het planten flink veel water geven, zodat de grond tussen de wortels wordt gespoeld. Plant u meerdere bomen, plant ze dan ten minste 1,5 meter van elkaar.

Na het planten kan de grond niet meer diep worden omgespit, daarom moet u ieder jaar bij het uitlopen van de boom, —dat is ongeveer in februari— 50 gram mengmeststof (12 + 15 + 18) en een 100 gram kalk per vierkante meter inharken. Geef tijdens de groei dan nog eens 50 gram mengmeststof (12 + 15 + 18) per vierkante meter.

De eerste jaren na het planten, wordt de vorm in de boom gesnoeid. Langs een muur kunt best een waaiervorm snoeien. Hierbij houd u per boom meer hoofdtakken (ook wel gesteltakken genoemd) aan, die worden aangebonden aan een hekwerk dat u aan de muur hebt bevestigd. Hou de draden van het hekwerk zo'n 2 cm.

In februari na het planten bindt u per boom 2 tot 3 takken waaiervormig aan. De overige takken worden helemaal weg geknipt. In de zomer zullen nieuwe scheuten ontstaan, die aan het hek worden aangebonden.

Op plaatsen waar teveel scheuten ontstaan, knipt u er een aantal weg. De aangebonden hoofdscheuten worden getopt om vertakkingen te stimuleren. In de volgende 2 tot 3 jaar dezelfde werkwijze herhalen. De boom zal de muur steeds meer gaan bedekken. Na het vierde jaar zullen vruchten ontstaan en dan moet u de snoei voornamelijk richten op de zijtakken van het gestelhout. Hierbij is het vooral van belang, dat de zijtakken niet te oud worden. De abrikoos draagt op korte vruchtspoortjes aan tweejarig en driejarig hout en op hout van het vorig jaar. Het oudere hout heeft de neiging om kaal te worden.

Tegen het einde van het voorjaar knijpt u de meeste groeipuntjes uit de nieuwe scheuten. Aan de basis van de takken die hebben gebloeid, laat u verdeeld over de hele boom een aantal scheuten ongetopt. Deze moeten doorgroeien om volgend jaar de scheuten te vervangen die vrucht hebben gedragen. De ongetopte scheutjes moeten een onderlinge afstand hebben van minimaal 15 cm. Na de oogst wordt de tak die vruchten heeft gedragen, vlak boven de vervanger afgeknipt. De vervanger bind u vast aan het hekwerk. de scheuten die in het voorjaar werden genepen knipt u dan terug op drie bladeren.

Een vrijstaande boom snoeit u in principe op dezelfde wijze. Knip dood hout weg, zorg ervoor dat er voldoende licht in de boom kan vallen en vervang de oudere scheuten regelmatig door jongere. Na elke snoeibeurt moet u alle wonden bedekken met een wondafdekmiddel om de kans op infectie door loodglansschimmel zo klein mogelijk te maken.

Uitdunnen:

Als de bloei en de vruchtzetting vlot zijn verlopen, kunnen er zoveel vruchten ontstaan dat ze te klein blijven en slecht op smaak komen. Haal daarom het teveel aan vruchten regelmatig weg, vanaf de tijd dat ze een doorsnede hebben van 1,5 à 2 cm. Neem eerst de misvormde vruchten en de vruchten die tussen de boom en de muur hangen weg. Haal daarna ook een aantal goede vruchten weg zodat ze uiteindelijk op een onderlinge afstand van ±15 cm komen te hangen.

Gronden met een slechte bodemstructuur zijn dikwijls oorzaak van de gomziekte, maar net als alle andere steenvruchten is de abrikoos ook gevoelig voor bacteriekanker en loodglans Stereum purpureum

Pluk de abrikozen pas als ze mooi rijp zijn, want na het plukken rijpen ze niet meer verder.

Wanneer je zachtjes op de rijpe vrucht duwt, komt de pit er zo uit. Schillen is niet noodzakelijk, maar als u abrikozen koopt in de winkel spoel deze dan overvloedig. Abrikozen uit de handel zijn heel vaak behandeld.

Rijpe abrikozen eet je best zo snel mogelijk op. Bewaar ze niet in de koelkast, want dan gaan ze rimpelen en ze verliezen hun smaak. Je kunt ze wel invriezen, maar haal er dan wel eerst de pit uit. Abrikozen kunnen lange tijd bewaard worden door ze te drogen. Ook kunnen ze worden ingelegd in brandewijn, deze «drank» wordt dan boerenmeisjes genoemd. Verder zijn abrikozen het belangrijkste ingrediënt van abrikotines.

Abrikozen kunt u niet alleen verwerken in marmelade of gebak, maar ook in verfijnde zoet-zoutcombinaties. Je kan abrikozen verwerken in frisse zomerfruitsalades en in taarten en crumbles. Een gedurfde combinatie is abrikoos met geitenkaas. Je kan abrikozen pocheren of stoven in wat boter en serveren met vleesgerechten of gevogelte. Een beetje vanille, kaneel, munt of basilicum geven ze dat tikkeltje meer. Gedroogde abrikozen zijn net als pruimen en dadels heerlijk in Oosterse tajines.

Abrikozen zijn licht verteerbaar en bevatten weinig calorieën. Ze bevatten veel provitamine A, een antioxidant die beschermt tegen kanker en zorgt voor een gezonde huid. Ook zijn ze rijk aan mineralen, oligo-elementen en vezels. Bovendien recupereer je sneller na het sporten als je een abrikoos eet door het gehalte aan kalium dat ze bevatten.

De consumptie van abrikozen zou ook een gunstige invloed hebben op uw huid en ogen. Het voorkomt maagzweren, luiheid bij de darmen, slapeloosheid, overgewicht en aambeien. Versterkt hart, spieren en het zenuwstelsel. Abrikozen zijn natuurlijk ook bevorderend voor de werking van de nieren en obstipatie, en het verwijderen en voorkomen galstenen.

Abrikozen worden ook vaak als afrodisiacum gezien. Heb ook altijd een abrikoos, vers of gedroogd, op zak voor het geval je bloedspiegel zou dalen.

Leuk om weten

Kruisingen van abrikoos

Er bestaan ook soortkruisingen tussen abrikoos en Japanse pruim. Deze soortkruisingen worden aangegeven met de namen plumcot, aprium en pluot.

Plumcot

De Plumcot is een soortkruising tussen een abrikoos (Prunus armeniaca) en een Japanse pruim (Prunus salicina). Het erfelijk materiaal van de Plumcot bestaat voor 50% uit pruim en voor 50% uit abrikoos. De naam is een samentrekking van de Engelse namen voor pruim (plum) en abrikoos (apricot).

Aprium

De Aprium is net als de Pluot en de Plumcot een soortkruising tussen abrikoos (Prunus armeniaca) en Japanse pruim (Prunus salicina). De naam is een samentrekking van de Engelse namen voor abrikoos (apricot) en pruim (plum).

De Aprium is een complexe soortkruising, waarbij meer dan 50% van het erfelijke materiaal afkomstig is van de abrikoos. Daardoor lijkt de Aprium qua uiterlijk meer op abrikoos dan op pruim.

Abrikozenpitten

Abrikozenpitten hebben een hoog gehalte aan cyanogenische glycosiden, waaruit het zeer giftige blauwzuur kan vrijkomen. Gemiddeld bevatten abrikozenpitten 217 mg cyanide per 100 gram. De cyanide van een abrikozenpit komt echter voornamelijk vrij in de kankercellen en vrijwel niet in de gezonde cellen. Een dodelijke dosis waterstofcyanide voor een volwassene is ongeveer 3,7 mg per kg lichaamsgewicht . Er zijn verschillende gevallen van cyanidevergiftiging bij kinderen door het eten van abrikozenpitten beschreven in de wetenschappelijke literatuur.

Een eventueel medicinale werking tegen kanker van het in abrikozenpitten aanwezige glycoside amygdaline (laetrile) is in onderzoek. Amygdaline blijkt in vitro prostaatkankercellen te kunnen doden. In klinisch onderzoek kon een anti-kankerwerking van behandeling met amygdaline echter niet worden aangetoond.

Meest geteelde rassen
  • Tros Oranje
    Dit ras is tot nu toe het meest verbreid in Nederland. Het is een oud ras met vrij kleine vruchten met vast vruchtvlees, welke meer geschikt zijn voor verwerking dan voor verse consumptie. De boom groeit krachtig en is goed winterhard. Zelffertiel. Goede vruchtbaarheid.
  • Hongaarse
    Oud ras met een sterke groeikracht. Alhoewel dit ras in de Europese productiegebieden nog een belangrijke plaats in neemt, zijn er inmiddels betere rassen beschikbaar. Tamelijk grote vruchten met matig vast vruchtvlees. Geschikt voor verse consumptie en voor verwerking. Rijpt enigszins ongelijkmatig. Matige transporteerbaarheid. Zelffertiel. De vruchtbaarheid is niet altijd goed en de boom is niet altijd geheel winterhard. Er zijn verschillende mutanten van dit ras op de markt. Bekende mutanten zijn 'Klosterneuburger' en 'Landersdorf'.
  • Bredase
    Een zeer oud Nederlands ras. De vruchten hebben vast vruchtvlees en zijn iets groter dan die van Tros Oranje. Ondanks dat de kwaliteit iets beter zou zijn dan Tros Oranje, is ook Bredase meer geschikt voor verwerking dan voor verse consumptie. De bomen hebben een matige groeikracht en zijn goed winterhard. Zelffertiel. Goede vruchtbaarheid.
  • Moorpark
    Een zeer oud Engels ras met middelgrote gele vruchten met een goede smaak. Met name geschikt voor verse consumptie. Goede vruchtbaarheid. Matige groeikracht. Niet altijd geheel winterhard.
  • Royal ofwel Blenheim
    Ook een zeer oud ras met redelijk grote vruchten. Zacht vruchtvlees met een zeer goede smaak.

Leuk om weten

Taxonomische indeling
Abrikoos
Prachtige perzikboom

Prachtige perzikboom

Taxonomische indeling
Rijk Plantae (Planten)
Stam Embryophyta (Landplanten)
Klasse Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade Angiospermae (Bedektzadigen)
Clade 'nieuwe' tweezaadlobbigen
Clade Fabiden
Orde Rosales
Familie Rosaceae  (Rozenfamlie)
geslacht Prunus
Prunus Armeniaca

Voedingswaarde
per 100 gram verse vruchten
60   Kcal
83,4 gr. water
11,5 gr. koolhydraten
1,4  gr. eiwit
7,7  gr. suikers
0,4  gr. vet
2,3  gr. vezels
                     

Mineralen

16  mg. calcium, Ca
10  mg. magnesium, Mg
20  mg.fosfor, P
280 mg. kalium, K
                     

Vitaminen

0,18 mg. vit. A (Retinol)
0,06 mg. vit. B1 (Thiamine)
0,05 mg. vit. B2 (Riboflavine)
0,06 mg. vit. B6 (Pyrixodine)
4,00 µg. vit. B11 (Foliumzuur)
9,00 mg. vit. C (Ascorbinezuur)
                     
In andere talen
  • FRANÇAIS: Abricotier
  • DEUTSCH: Aprikose
  • ENGLISH: Apricot
  • ITALIANO: Albicocco
  • PORTUGUÊS: Albicoqueiro
  • ESPAÑOL: Albaricoquero
  • DANSK: Abrikos
  • POLSKI: Morela pospolita
  • NORSK: Aprikos
  • SVENSKA: Aprikos

Recepten

Gouden miniflans
Gegrilde aardappelen en groene selder

Ingrediënten

  • 4 gelatineblaadjes
  • 800 gram abrikozen
  • 200 gram fijne kristalsuiker

Bereiding

  1. Doe de gelatineblaadjes in een kom en dompel ze onder in koud water. Was de abrikozen en snijd ze in stukken.
  2. Breng de abrikozen aan de kook in een pan met 50 cl water en laat 40 minuten sudderen. Voeg de gelatineblaadjes toe en laat ze smelten.
  3. Doe het mengsel in timbaaltjes en laat afkoelen. Plaats ze gedurende 12 uur in de koelkast.
  4. Haal de flans uit hun vorm en leg ze in bakjes. Koel serveren.
Abrikozen drogen
Gegrilde aardappelen en groene selder

How to

  1. Drogen is een kooktechniek om voedsel te conserveren. Met het drogen van voedsel wordt de bacteriën hun belangrijkste voedingsbron ontnomen, namelijk: water. Hoe minder vocht, hoe moeilijker bacterien kunnen overleven.
  2. Je kunt het beste drogen in de oven. Er zijn ook speciale voedseldrogers op de markt die vooral makkelijk zijn als je van plan bent grote hoeveelheden te drogen. Het kan ook in de zon maar dan heb je kans dat insecten er op af komen.
  3. Steenvruchten krimpen tijdens het drogen, dus ook de abrikozen. KIes zorgvuldig mooie, grote en rijpe vruchten als je ze gaat drogen. Halveer ze en verwijder de pit en leg ze op een rooster met de bolle kant naar beneden. Het sap kan er hierdoor niet uitlopen. Droog de vruchten in de oven op 50 graden totdat de schil rimpelt, zet hem dan op 65 graden en laat je ovendeur op een kiertje staan zodat het vocht eruit kan. Het is klaar als je erin kunt knijpen zonder dat er vocht uitkomt. De schil blijft heel.
  4. Haal de abrikozen dan uit de oven en laat ze afkoelen in een theedoek. Ze hoeven vervolgens niet luchtdicht verpakt te worden, maar wel vochtvrij.

In princiepe kunt ge alle fruit op deze wijze drogen. Het drogen neemt ongeveer 3 tot 6 uur in beslag, naar gelang de grootte van het fruit.