Bonenkruid - peperkruid

Satureja hortensis en Satureja montana

Er zijn twee soorten bonenkruid, het eenjarig bonenkruid Satureja hortensis en het bergbonenkruid Satureja montana, en ze behoren beiden tot de familie van de lipbloemigen (Labiatae) en lijken veel op elkaar. In sommige streken noemt men het "keule", "peperkruid", "kunne", "koele" of "scharenkruid". Ze groeien beide ruig en ongelijkmatig en hebben zwakke, houtige, zich vertakkende stengels. Ze worden 30 tot 50 cm hoog.

Het eenjarig bonenkruid bezit een sterk ontwikkelde hoofdwortel net als het overblijvend bonenkruid dat ook sterk vertakte zijwortels heeft.

De stengel van het overblijvend bonenkruid is vrijwel gelijk aan die van eenjarig bonenkruid, maar verhout sneller en is niet violet getint. De stengels zijn kort behaard en vertonen talrijke grote klierschubben.

De plant bezit talrijke, groene, glanzende, lijn-lancetvormige blaadjes, beiderzijds spits toelopend, die aan de gave randen met fijne haartjes zijn bezet. Ze staan tegenover elkaar en zijn aan beide zijden eveneens met grote klierschubben bedekt. Als er niet wordt geoogst verkleurt het blad in de nazomer tot dieppaars.

De kleine bloempjes bloeien van juli tot oktober en zitten weggedoken in de bladoksels. Meestal staan er drie tot zeven bijeen in schijnkransen. Ze zijn duidelijk gesteeld en krijgen veel bezoek van bijen. De kleurschakering gaat van paarsrood, lichtrood tot witachtig met donkerrode stippen. De bloemkelk is grijs.

Bonenkruid houdt van veel zon en een voedzame grond. De eenjarige soort is een moestuinplant en heeft een korte groeitijd van ongeveer vier maanden en wordt niet hoger dan 35 cm. Het meerjarige bonenkruid kan vijf jaar groeien en bereikt een hoogte van 50 cm.

Zaai niet te diep in april (maar bescherm tegen mogelijk nachtvorst) op rijen van 30 cm op een zonnige, goed gedraineerde plaats en dek het zaad niet af. Vermeng het zaad met fijn zand, daar het zeer fijn zaad is. Dun na opkomst uit op 15-20 cm. Pluk het blad regelmatig om de plant sterk te houden, maar geef geen mest. Houd het perk onkruidvrij. Deze plant wordt ongeveer 30 cm hoog en kan ook gemakkelijk in potten worden geteeld. Het heeft weinig last van plagen of ziekten. Bonenkruid heeft weinig water nodig; slechts bij aanhoudende droogte moet men gieten.

Oogst Eenjarig bonenkruid van juli tot september/oktober. pluk het bloeiende kruid voor vers gebruik. Om te drogen resp. invriezen voor wintergebruik plukt men de stengels met de malse blaadjes vooraleer de plant gaat bloeien.

Bij het plukken voor conservering dient men ervoor te zorgen dat er genoeg van overblijft zodat er later nog een tweede maal kan worden geoogst. De stengels worden in bundels gedroogd waarna men de blaadjes eraf stroopt. Bij het oogsten verzamelt men alle groene delen behalve de verhoute stengelstukken.

In het eerste jaar van meerjarig bonenkruid wordt, van in de lente gezaaide planten voor het eerst in september gesneden, vanaf het tweede jaar zijn 2 tot 3 sneden mogelijk. Na elke snee heeft, tot midden juli, een gift snelwerkende stikstof een gunstige invloed op het vlug weder uitlopen en het niet-verhouten van de stengels. Latere bemestingen kunnen vorstschade teweegbrengen.

De laatste snede mag niet al te laat plaatshebben, want daardoor zouden de planten bij strenge vorst schade kunnen lijden. Men kan vanaf mei snijden als men overblijvend bonenkruid vers wil gebruiken.

De voornaamste oogst voor de wintervoorraad valt kort voor de bloeitijd, want dan hebben de planten het grootste gehalte aan vluchtige olie en zijn de stengels nog weinig verhout. Men droogt de planten in de schaduw bij een temperatuur van niet meer dan 35°C.

Bonenkruid is een goede vriend van de ui. Eenjarig bonenkruid wordt als voorgekweekt plantje mee uitgeplant met stambonen als bescherming tegen zwarte bonenluizen.

Bonenkruid doet het uitstekend in potcultuur. Als de zomer koud en nat is, is dat zelfs de enige manier om nog redelijk wat kruid te kunnen oogsten. Gebruik normale potgrond geef ruim water en pluk voortdurend het blad opdat de vorm intact blijft en de plant niet slap wordt. Als u veel en regelmatig plukt, is het verstandig om wat bij te mesten. Overdrijf echter niet, want de plant verliest zijn aroma als u te veel voeding geeft.

Bonenkruid wordt gebruikt in potpourries, reuksachets, waswaters en voor het distilleren van verkwikkende dranken.

Het verse, bloeiende kruid alsook de drogerij worden in de keuken gebruikt en als thee. De tinctuur als zenuwversterkend middel. De etherische olie als antisepticum en stimulans.

Kan ook tussen de kleren gelegd worden, om schadelijke insecten te verjagen - bloeiende takjes worden in de kleren- en linnenkast gelegd om motten en zilvervisjes te weren. Gekneusd blad is volgens oude boerenopvattingen een remedie tegen bijen- en wespensteken.

Gedroogd bonenkruid in de pepermolen verdient zeker een plaats als toekruid bij de maaltijd - het bevordert de spijsvertering.

Maak van een simpele borrel een liefdesdrankje door toevoeging van bonenkruid.

In de natuurgeneeswijze en in de homeopathie wordt het bonenkruid gebruikt als anti-diarreemiddel (omwille van de etherische olie en van de looistoffen), als carminativum en stomachicum. Het gedroogde kruid wordt nuttig aangewend bij gastroenteritis, gastralgiën en slecht ruikende stoelgang.

Bonenkruid wordt gunstig gecombineerd met gastrosedativa zoals valeriaan, munt of melisse. Het bonenkruid wordt zoals de meeste aromatische kruiden en in het bijzonder die van de familie der Labiatae, gebruikt als antiseptisch middel en algeheel tonicum.

Wordt ook veel gebruikt als tonicum voor mensen die frigide zijn of tekort schieten in mannelijkheid, en ter behandeling van alle koortsen. Om de adem te verbeteren, maag en ingewanden te ventileren. Als zenuwsterkend middel, ook als tonicum voor de voortplantingsorganen; om onregelmatige menstruatie te corrigeren. Als zweetafdrijvend middel en om wormen af te drijven, bij allerlei catarre, bij jicht, bij neusbloeding.

Het bonenkruid heeft, als één van de weinige kruiden, een gunstige uitwerking bij te lage bloeddruk. Bonenkruidaftreksel wordt aanbevolen als dorstlessende drank voor diabetiekers (4,3-gr kruid per 2 tassen).

Bonenkruidthee bevordert ook de spijsvertering. Een sterk aftreksel van bonenkruid, op de nuchtere maag gedronken, blijkt ook een probaat middel te zijn tegen ingewandswormen en blijft er een restje thee achter, geen nood - dat is dan een prima huidlotion zoals ook de blaadjes waarvan men thee getrokken heeft, nog dienst kunnen doen als kompres op plaatsen waar de huid minder fraai is. Het wordt ook gebruikt ter behandeling van winderigheid bij kinderen, diarree, verkoudheid.

Eigenschappen op 1 lijntje:

Vochtafdrijvend, antiseptisch, littekenvormend, spijsverteringsbevorderend, slijmoplossend, stimulerend, bijnierschors stimulerend, eetlustopwekkend, darmgasverdrijvend, wondhelend, zin in seks bevorderend, kiemdodend, ontstekingsremmend, opwekkend, huidigenezend, wormafdrijvend en een afrodisiacum.

DISCLAIM

Niet gebruiken bij zwangerschap!

Sommige mensen worden misselijk van grote doses en sterke theeën.

Leuk om weten

Geschiedenis

In de oudheid hadden de Romeinen een voorliefde voor bonenkruidsaus, die met azijn aangemaakt bij vis- en vleesschotels op dezelfde manier als muntsaus op tafel kwam. De meeste koks hadden hun eigen recepten voor het gebruik van bonenkruid. Ze verwerkten het in vulsels voor kalfsvlees en kalkoen, in sausen voor vis en andere gerechten, in worst en varkensvleespasteien. Bij ons wordt het tegenwoordig vrijwel alleen gebruikt in combinatie met tuinbonen en andere bonen en erwten.

Het bestrijdt een beruchte bijwerking van deze peulvruchten, namelijk de vorming van darmgas. Het bonenkruid bewijst ook uitstekende diensten door zetmeelspijzen en zware wildschotels lichter verteerbaar te maken. Het wordt als toekruid gebruikt om rauwkostschotels, azijn, peulvruchten en soepen op smaak te brengen. Men kookt de blaadjes mee met alle soorten peulvruchten.

Men gebruikt bonenkruid of keule ook in soep en saus, bijvoorbeeld in combinatie met tijm bij witte bonen, en bij het inmaken van augurken. Bij ingemaakte snij- en sperziebonen heeft het 't nut dat het de inmaaksmaak wegneemt. Dosering: een paar takjes door de rauwkost of soep.

Cosmetica

Tijdens de afgelopen jaren hebben opzoekingswerken de opvallende eigenschappen van het bergbonenkruidextract als bacterie-dodend middel aan het licht gebracht. Deze eigenschap wordt vooral in het kader van de dermatologie aangewend. Het extract wordt gebruikt als topnoot in parfumcomposities en ook in producten voor heren (aftershave, enz.) Als u een erg gevoelige huid heeft:

Tweemaal per week maakt u kompressen gedrenkt in het volgend kruidenmengsel dat 12 uur moet weken (per liter water)

  • 10 snufjes kaasjeskruid (bloem)
  • 10 snufjes rozemarijn (bloem en blad)
  • 10 snufjes rozeblaadjes
  • 5 snufjes bonenkruid (bloem en blad)

Tegelijkertijd drinkt u tweemaal per dag de volgende kruidenthee:

  • 2 snufjes kaasjeskruid (bloem)
  • 1 snufje bonenkruid (bloem en blad)
  • 1 snufje tijm (bloem en blad)
  • 1 snufje rozemarijn
  • 2 snufjes citroenmelisse
  • 2 snufjes citroenkruid
  • 1 snufje basilicum
En voor mannen

lotion voor nà het scheren

24 uur in 1/2-liter alcohol van 70% laten weken:

  • 2 snufjes zwarte-bessebladeren
  • 2 snufjes verse bloemen en bladeren van stinkende gouwe
  • 2 snufjes kruizemunt-blaadjes
  • 2 snufjes bloemen en blaadjes van bonenkruid
  • Daarna zeven.

eau-de-toilette

Hetzelfde recept als het voorgaande, waaraan u een geparfumeerde persoonlijke noot kunt toevoegen: 2 snufjes lindebloesem, viooltjes, of lelietjes-van-dalen, dat hangt van uw smaak af.

Leuk om weten

Taxonomische indeling
Bonenkruid
Jonge bladeren van keule

Jonge bladeren van keule

Taxonomische indeling
Rijk: Plantea (Planten)
Stam: Embryophyta (Landplanten)
Klasse: Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade: Bedektzadigen
Clade: 'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade: Lamiiden
Orde: Lamiales
Familie: Lamiaceae (Lipbloemenfamilie)
Satureja

In andere talen
  • FRANÇAIS: Sarriette
  • DEUTSCH: Bohnenkräuter
  • ENGLISH: Savory
  • ITALIANO: Santoreggia
  • PORTUGUÊS: Satureja
  • ESPAÑOL: Ajedrea
  • DANSK: Sar
  • POLSKI: Cząbe
  • SVENSKA: Kyndlar