Aanleggen van een moestuin

Een aangelegde moestuin

Een aangelegde moestuin

Wanneer je beslist, om een groentetuin aan te leggen, zijn er wel enkele factoren die van belang kunnen zijn en waar je best rekening mee houd om een bevredigend resultaat te kunnen hebben.

  • Welke vorm heeft uw terrein en hoe groot is het.
  • Voor hoeveel personen is de oogst voorzien: Als u een jaar rond over verse groenten wilt beschikken, hebt u voor 4 personen ongeveer 200 m2 grond nodig.
  • De lengte van de oogstperiode. Met enkele plastiek tunnels of een serre kunt u de oogstperiode duidelijk verlengen, en dus ook meer groenten telen.
  • Hoeveel tijd kan je besteden aan het onderhoud en hoever reikt uw kennis van de groenteteelt. Als u niet over voldoende tijd beschikt om uw tuin te onderhouden, kunt u er beter niet aan beginnen of hem zo klein mogelijk houden. Een moestuin die volgroeid staat met onkruid, zal meer frustratie opleveren dan plezier.
  • Wil je vooral groenten voor vers gebruik, voor later gebruik of alle twee.

Het is aan te bevelen eerst een lijst op te maken van de groenten die je graag eet. Bekijk dan uw stuk grond om te zien waar je die het beste kunt telen. Het spreekt voor zich, dat je in een grote tuin meer mogelijkheden hebt dan in een kleine rekening houdende met vrucht afwisseling en de mogelijkheid om met beschermde teelt het oogstseizoen te verlengen.

Met een kleiner stuk grond heb je misschien niet de mogelijkheid om geheel in eigen behoefte te voorzien, nochtans is het mogelijk om ook hier een vrij ruime keuze aan groenten te gaan telen, of misschien ben je dan aangewezen om eerder met enkele bijzondere soorten te gaan experimenteren. Voor wie echt van groenten houd kan je zelfs in de kleinste tuintjes, terrassen en balkons uw hobby botvieren. Maak in dat geval gebruik van potten en bakken. Terreinen die door gebouwen zijn ingesloten hebben dikwijls een gunstig microklimaat. Vorstgevoelige groenten kunnen dan weer onder bescherming worden geteeld om een koud klimaat te omzeilen.

Vòòr u een ontwerp van uw groentetuin maakt, is het goed dat u eerst een overzicht hebt op alle aspecten van het beschikbare terrein: ligging, beschutting, kwaliteit van de grond zoals kalkgehalte en de afwateringsmogelijkheden.

Als ontwerp heb je verschillende mogelijkheden, kies er een uit die u aanspreekt, waar je u goed bij voelt en die het meest geschikt is voor uw terrein. Je kunt het perceel gaan opdelen in bedden en rijen, iets dat het meest gedaan wordt. of anders met verhoogde bedden werken dikwijls ideaal voor teelt op kleine schaal, je kan er ook een decoratieve moestuin van maken. In elk geval moet je voor een optimale opbrengst de allerbeste groeivoorwaarden creëren. De belangrijkste factor bij groenteteelt, is de kwaliteit van de grond.

Verder is het goed ook rekening te houden met zaai en oogst tijden. Daartoe moet je een teeltplan opstellen waarbij je de grond het hele jaar door optimaal kunt gebruiken. Om dit te bekomen moet je eerst uitgaan van de verwachtte oogstdatum trek daar de nodige groeitijd van af om de zaaidatum te kunnen bepalen. Het heeft immers weinig zin een tuin vol oogstklare groenten te hebben op het ogenblik dat deze groenten normaal gezien in de winkel in overvloed tegen lage prijzen te koop zijn.

Spitten of niet?

Een bijdrage van VELT

Ben je vorige winter al met je tuin begonnen, haal dan in februari (bij zandgrond) of maart (bij zwaardere bodems) de mulchlaag weg, zodat de zon de bodem kan opwarmen. Gooi de mulchresten op de composthoop. Zodra de grond niet meer bevroren is en voldoende opgedroogd, kun je starten. Maak de bovenste 15 à 20 cm van de grond los zonder hem te keren. Gebruik daarvoor een woelvork of een spitvork.

Wanneer spit je?

Je kunt de grond eventueel omspitten (of ploegen) als je een nieuwe moestuin aanlegt: zo verwijder je meteen de onkruiden, en heb je snel resultaat. Eén keer spitten dus, daarna nooit meer.

Elk jaar spitten? Nee, want:

Spitten belast je rug;

Bij het spitten kluts je grondlagen door mekaar, en dat is nefast voor het bodemleven. De aerobe (luchtminnende) bacteriën, schimmels etc bevinden zich immers vooral in de bovenste 10 cm van je moestuin. Als je ze ondergraaft, sterven ze massaal af.

Als je je grond omkeert, komen heel veel onkruidzaden boven: die zitten daar al jaren te wachten tot ze licht zien.

Nog meer nadelen lees je hier en hier.

Het alternatief: de woelriek, ook wel woelvork of grelinette genoemd.

Een woelvork is speciaal ontworpen om grond te breken en los te maken zonder hem te keren. De bovenste vruchtbare laag blijft zo bovenaan, maar je grond wordt toch luchtig. Druk de tanden verticaal in de grond en trek de steel naar je toe. Daardoor licht je de kluiten op en worden ze gebroken. Lukt het niet goed, duw de woelvork dan in de grond heen en weer. Op lichte grond heb je niet echt een woelvork nodig; een spitvork volstaat.

De voordelen:

Beter voor je rug: je kunt met weinig moeite en met een rechte rug je grond losmaken.

Beter voor je grond: je keert niks om, maar je maakt de grond los.

Hoe werk je met een woelriek?
  1. Zet je woelriek loodrecht, en ga op de dwarsbalk staan: door je gewicht dringen de tanden diep in de grond.
  2. Zet een pas achteruit, en trek met je hele gewicht aan de armen tot die in een hoek van 60 tot 45 graden staat (niet lager).
  3. De tanden lichten nu de grond op - meer niet (extra schudden met die woelriek, zoals in dit filmpje mag, maar hoeft niet).
  4. Zet een pas achteruit, trek de woelriek ook een pas achteruit en herhaal vanaf 1. Meer is het niet - je kunt op die manier 1 are per uur losmaken.

Let bij aankoop van een woelvork vooral goed op de merknaam.
" Guerilu "
is de enige echte originele! En dus van superieure kwaliteit.

Hoe moet je dan compost, mest etc. inwerken?

Strooi de nodige hoeveelheid compost over je perceel voor je met de woelriek gaat werken.

Tijdens het werken met de woelriek is er al wat vermenging tussen de bovenste grondlaag en de compost;

Egaliseer daarna je bed met een mesthaak, een cultivator of een hark. Zo zit de meeste compost in de bovenste 5 tot 10 cm, waar het meeste bodemleven zit.

Tuingrond

Samenstelling

De bodem die we bewerken is samengesteld uit vier hoofd bestanddelen: vloeibare, gasvormige, levende en vaste delen. Deze vier bestanddelen moeten we nu hergroeperen, zo bestaat de grond voor 50% uit vaste delen en voor 50% uit holten. De holten bevatten op hun beurt voor de helft water en de andere helft zijn gassen (of lucht). Wat de vaste delen betreft, zien we dat die uit ongeveer 95% mineralen en voor 5% organisch materiaal bestaat.

De minerale bestanddelen zijn kleine korreltjes, en naar gelang de dikte van die korreltjes wordt aan de grond een naam gegeven:

korrels kleiner dan 0,002 mm   = klei
korrels van 0,002 tot 0,05 mm   = leem
korrels van 0,05 tot 2 mm   = zand
korrels groter dan 2 mm   = grind

Je zult uiteraard nergens grond vinden die slechts in deze korreldiktes voorkomt. Het zal steeds een mengvorm zijn van deze grondsoorten

grondsoort gemiddeld % van de delen
zand leem klei
zand 90 8 2
lemig zand 75 20 5
licht zandleem 60 35 5
zandleem 30 60 10
leem 5 85 10
klei 35 35 30
zware klei 15 35 50

Dit is natuurlijk allemaal theorie, wil je de echte samenstelling van uw grond kennen, dan zul je toch verplicht zijn om een grondstaal te nemen, en dit in een laboratorium te laten onderzoeken.

Water

Water is een levensnoodzakelijke stof voor de planten. Het brengt voedingsstoffen via de wortels naar de plaats waar ze uiteindelijk nodig zijn: het blad. Het grondwater bevind zich op een bepaalde diepte onder de grond. Daar zijn alle holtes gevuld met water en is er dus geen lucht aanwezig. In de zomer verbruiken de planten meer water en verdampt er ook meer water door de warmte, daardoor staat het grondwater in de zomer lager dan in de winter.

Organische bestanddelen
Grondprofiel

Dat zijn resten van plantaardige afkomst (wortels, stro, bladeren, onkruid enz.) en van dierlijke afkomst (hoofdzakelijk uitwerpselen). Door een intensieve werking van het bodemleven worden deze resten afgebroken tot humus, een grondverbeteraar die de eigenschap heeft water en voedingsstoffen goed te kunnen vasthouden.

Humus is dus het organisch materiaal dat door bodemorganismen ( insekten, regenwormen, maar vooral door bacteriën en schimmels) werd omgezet tot organische stof. Humus is donker van kleur en heeft een heel ingewikkelde chemische samenstelling. Hij wordt zeer traag afgebroken in de grond, maar toch verdwijnt er zo'n 2% per jaar. Daarom is het noodzakelijk elk jaar nieuwe humus aan te brengen om de kwaliteit van uw grond op peil te houden.

Humus is onontbeerlijk in uw tuingrond, hij houd zoals gezegd het water en de voedingsstoffen beter vast maar zorgt er ook voor dat plantenwortels beter hun weg vinden in de grond. Bovendien bevat humus zeer veel stikstof (ongeveer 5%), wat de groei van uw planten bevordert.

Lucht

Ook lucht in de grond is van levensbelang voor de planten, maar ook voor het bodemleven. Waar water is kan geen lucht zijn, het is dus van belang er voor te zorgen dat onze grond water vasthoud maar met voldoende holten dat er ook plaats is voor lucht.

Om voldoende lucht in de grond te krijgen is het goed dat we het bodemleven onderhouden, dat kan door veel humus in de bovenlaag te verwerken. Ook tijdens het bewerken van de grond, brengen we veel lucht in de bodem. Daarom doe je er goed aan regelmatig te schoffelen.

Groenten in de siertuin

Voor mensen die een tuin hebben, is het aan hen om de keuze te maken wat ze daarmee gaan doen. Op een grote oppervlakte kunt u natuurlijk een bepaald deel voorzien als moestuin en/of kruidentuin. Wie een kleiner stuk heeft zal dikwijls moeten kiezen, een bloementuin of een moestuin, of van ieder een klein beetje?

Groenten in de siertuin

Groenten in de siertuin

Heb je liever een siertuin, dat is natuurlijk uw goed recht, maar kijk dan eens rond in uw tuin, en je zult versteld staan als je ziet hoeveel plaatsjes er vrij zijn om er een of andere groente in te planten.

Bijvoorbeeld: peterselie als afboording van een perkje. Tussen de erica enkele tijmplantjes, links en rechts kunnen zeker wel pijpajuintjes in de grond. Zelfs prei en selder of tomaten misstaan helemaal niet tussen uw hogere planten op de achtergrond. Ook radijsjes kan je gemakkelijk overal tussen zaaien.

En waarom geen sla, kervel of zelfs spinazie op de plaats waar je uw uitgebloeide paaslelies hebt verwijdert.
Ik weet zeker dat je, wanneer je goed rondkijkt, vanzelf op ideeën komt om het maximum uit uw tuin te halen. Probeer het eens, en je zult zien dat groenten helemaal geen afbreuk doen aan de waarde van uw siertuin.

Uiteraard zijn er mensen die helemaal niet over een tuin beschikken. Dat is jammer en die hebben dus pech. Of toch niet? U hebt misschien wel een koertje, een terras, een plat dak of een balcon? Als dat zo is, dan is ook uw probleem opgelost.

Heel wat groenten en bijna alle kruiden kunnen in potten of bloembakken worden geteeld. Natuurlijk het ene al gemakkelijker dan het andere. Maar datgene dat u zelf kunt telen, dat hoeft u alvast niet te kopen in een winkel, en wees gerust dat ene kropje sla die je zelf kunt oogsten zal tien maal beter smaken dan om het even welke mooie krop die u in een winkel koopt.

Terwijl ik hier zit te typen, hoor ik nog iemand klagen, die zegt over niets van al deze plaatsen te beschikken en dus zeker niet kan profiteren van eigen geteelde groenten. Dat zou kunnen, maar misschien hebt u een ongebruikte zolder of wat plaats in uw kelder of keuken??? Ook daar kunt u groenten telen; kijk maar naar de verborgen cannabis plantages. Het is dan natuurlijk wel zo dat u een beetje kunstlicht moet geven, en altijd moet water geven aangezien het binnen niet regent.

U ziet dus, zoals het spreekwoord zegt:"Waar een wil is, is een weg"

Bij de groenten en kruiden die op deze website worden behandeld staat steeds vermeld of ze wel dan niet in potten kunnen geteeld worden. Het spreekt voor zich, dat u geen aardappelen kunt telen in uw kelder, maar aardbeien in de keuken bijvoorbeeld, is heel goed mogelijk.

Succes! gemakkelijker groeien. Verwijder hierbij al het onkruid dat zou boven komen.

Leuk om weten

Loop nooit meer op je bedden

Zo leg je slim permanente paden en bedden aan:

Bedden
Voor de meeste mensen is 120 cm een goeie breedte. Dan kun je overal bij, terwijl je op je pad staat.

Paden
Minstens 30 cm (de maat van je voeten) of breder (de maat van je kruiwagen).
Kies uit verharde of onverharde paden – elk met hun voor-en nadelen; kijk hier en hier.

Het grootste voordeel
De grond in je bedden wordt luchtiger. Lucht in de bodem is onmisbaar voor drainage, doorworteling en bodemleven. Je hoeft ook niet meer te spitten, want je grond (met een jaarlijks laagje compost) wordt vanzelf heerlijk mals.

Nog voordelen
Zelfs bij slecht weer kun je gewoon gaan zaaien, wieden, oogsten, ... Je krijgt veel meer pieren in je bedden die maken je grond vruchtbaar.

Tip
Aan de rand van je bed zet je lage groenten, in het midden hoge.

Bodemlagen

Als je een put zou graven van 1 à 2 meter diep, zou je zien dat de bodem uit verschillende lagen bestaat.

De bovenste laag van ongeveer 25 cm is de humus houdende bovengrond of teeltlaag (ook wel bouwvoor genoemd). Het is in deze laag dat de grondbewerking wordt gedaan voor het zaaien en het planten. In deze laag vinden ook de planten het gros van hun voedingstoffen.

Onder die teeltlaag bevind zich een overgangs laag, die bleker en vaster is dan de vorige. In deze laag komen voedingszouten terecht die door de regen worden door gespoeld. Op een zekere diepte worden deze stoffen opnieuw afgezet, waardoor er een aangerijkte laag ontstaat.
In deze laag vind je soms ook gele tot donkere roestvlekken; de bovenkant van die roestvlekken geeft de hoogte aan van de hoogst voorkomende grondwaterstand, de onderkant de laagste grondwaterstand.
Een dikke roestlaag wijst er op dat er een heel wisselvallige waterstand is op dat perceel.

Is de grond grijs, blauw of groenig van kleur, dan wijst dat vooral op een hoge grondwaterstand, waardoor er een zuurstof gebrek optreed in de wortelzone.

Landbouwstreken in België

Landbouwstreken in België

Voorsprong in het voorjaar

In plaats van in het voorjaar te spitten, hoeven wij alleen maar de wintermulch aan de kant te harken, de grond een paar dagen te laten opwarmen en er kan gezaaid worden. Vaak oogsten we de eerste blaadjes en radijsjes weken eerder dan onze spittende collega’s. De groei in ongespitte grond is vooral in het voorjaar ook sneller, omdat de gespitte grond eerst een nieuwe balans moet vinden.

Leuk om weten

Bondige tips
  • Laat om de paar jaar een volledige grondontleding uitvoeren.
  • Geef de grond tweejaarlijks een onderhoudsbekalking.
  • Bekalken gebeurt in het najaar of in het vroege voorjaar en op onbeteelde percelen.
  • Voer geen grondbewerking uit in te natte grond.
  • Zware kleigrond wordt bewerkt voor de winter, andere grondsoorten na de winter.
  • Eenmaal per jaar een diepere grondbewerking of spitten is voldoende. Voor de volgteelten tijdens hetzelfde jaar is het voldoende de grond wat los te woelen.
  • Gebruik als zaaigrond geen potgrond die sterk bemest is, kies voor zaai- of stekpotgrond.
Waar vind je een woelriek?

Cecotec is producent en verdeler van de Guerilu-woelvorken. Ze kunnen een woelvork bij je thuis bezorgen of je doorverwijzen naar een verdeelpunt in je buurt.

Cecotec
Benoit Morelle, Rue Romaine 2,
5310 Branchon (Eghezée)
Tel: 081 85 55 62

Website   Mail

Dit Waalse bedrijf communiceert ook in het Nederlands.

Woont u in Nederland, dan vindt u deze grelinette ook bij:

De Wiltfang

De grelinette is speciaal ontwikkeld om veel grond diep te beluchten zonder het wortelgestel van bomen en planten te beschadigen. Dit gereedschap is in België erg populair onder biologische tuinders.
Ergonomisch goed vormgegeven, waardoor het dit zware werk licht maakt. Zeer goed voor bodemverbetering door zon, lucht en water.

Interessant
  • Lichte leem- tot kleigrond is de betere bodem voor allerlei teelten, deze grondsoorten bevatten silicaat en houden het vocht beter vast. Bosgrond is eerder zuur, zandgrond spoelt dan weer makkelijker uit.
  • De windrichting kan bepalend zijn voor de bevruchting van vele groenten, alsook de "aanvliegroute" van de insecten.
  • Een goed omgezette stalmest niet meer naar ammoniak mag ruiken, maar eerder reukloos is.
  • In de bovenste laag van je bodem leeft een zuurstofminnende bacterie en enkele centimeters eronder een stikstofminnende bacterie. Dus wel schoffelen en luchten, doch niet omgooien met de spade!
  • Teveel stikstofmeststof leidt tot slungelachtige planten en ziekteverschijnselen.

Leuk om weten

Eigen moestuintje

Niets smaakt beter dan groenten uit eigen tuin. Op die manier ben je dan ook zeker dat je onbespoten groenten op uw bord krijgt.

Tenminste als jij ook voor biologisch tuinieren kiest.

Wie over een eigen moestuin(tje) beschikt, mag zich gelukkig achten. En dat zie je dan ook. Deze hobbytuiniers vinden hun moestuin werkelijk de hemel op aarde.

Een kleine opsteker voor mensen die over geen tuin beschikken, en het moeten stellen met een terrasje of een klein balkonnetje. Ook op deze plaatsen kunnen groenten geteeld worden, zij het dan natuurlijk in beperktere mate. Veel groenten kunnen immers gewoon in een grote bloempot of bloemenbak worden gekweekt. Ook binnenshuis, in de keuken of zelfs op zolder kunt u uw eigen groenten telen. Dan hebt u natuurlijk wel wat kunstlicht nodig, maar waar een wil is is een weg.

Zoals u ziet, is het voor bijna iedereen mogelijk eigen geteelde groenten of kruiden te eten. Met een beetje inzet in inventiviteit, eet ook u morgen uw eigen geteelde radijsjes of andere lekkernijen.

Spitten is ook massamoord

Elk organisme, elke soort bacterie, schimmel, nematode, aaltje, duizendpoot, amoebe, … heeft bepaalde levensomstandigheden. Indien deze omstandigheden drastisch veranderen sterven deze organismen af.

Zeker de kleine organismen zoals bacteriën, schimmels en nematoden zijn niet erg mobiel en verdwijnen grotendeels.

Zo zit het bodemleven dat zuurstof nodig heeft in de bovenste laag. Na het spitten wordt dit bodemleven onderaan gestopt en sterven de micro-organismen door een gebrek aan zuurstof. De dieper levende organismen komen naar boven en sterven door het ultraviolette licht waar ze niet tegen kunnen.

En juist deze micro-organismen vormen de basis van een goede bodemwerking. Elk jaar moeten deze micro-organismen na het spitten hun populatie weer opbouwen en heel veel energie en moeite investeren.

Het afsterven hiervan heeft als gevolg dat de grond compacter wordt, dichtslaat bij hevige regen en opdroogt bij zon dus moeilijk toegankelijk wordt voor water, licht en lucht. Tegen de tijd dat het bodemleven zich heeft hersteld is het alweer tijd om opnieuw te spitten want de bodem ligt helemaal verdicht. En zo kom je in een vicieuze cirkel terecht.

Beginnerstips

Makkelijke groenten zijn o. a. radijs, sla, wortelen, warmoes, erwten, schorseneer, andijvie, pompoen, courgette, spinazie, tuinmelde, aardappelen, maëïs, knoflook, ui, sjalot, rode biet, pastinaak, kool, raapfamilie.

  • Gebruik maïs als windscherm om zwakkere planten te beschermen tegen de wind.
  • Radijszaad kan als markeerzaad gebruikt worden. Voornamelijk tussen wortelen en zaaiui.
  • Aardappelen kan je enkele weken op voorhand voorkiemen, door ze in diffuus licht te leggen gecombineerd met een lichte warmtestoot. Dit geeft enkele weken voorsprong.
  • Knoflook voor de winter geplant, geeft dikkere tenen en bolvorm. Maak de grond 2 spades diep los voor je schorseneren zaait, anders verkrijg je vertakte wortels.
  • Moeilijkere groenten zijn o. a. witloof, tomaat, selder, spruiten, prei, peterselie, paprika, peper, komkommerfamilie, bloemkool, Chinese kool, ...
  • Gebruik water van de regenton, of plaats een gevulde gieter buitenshuis om gelijke temperaturen aan te houden voor de begieting van de groenten.
  • Gebruik de bovenste helft van een plastieken fles en steek deze omgedraaid in de grond naast tomatenplanten bv.: watergift aan de voet ter voorkoming van mogelijke schimmels en ziekten.
  • Gebruik een afdak of plastieken hoezen of serre voor tomatenplanten. De regen zorgt vaak voor opspattend vocht die schimmels in de hand werken.
  • Zet steeds dezelfde gewassen bijeen: bladgewas, wortelgewas, koolgewassen, aardappelen enz...
  • Gebruik stro om onder aardbeien en courgettes te leggen om rotting te vermijden.
  • Bamboestokken tot 3 meter kunnen aangewend worden voor staakbonen.